Árter Architects

Árter Architects

School ‘Les Trèfles’: duurzaamheid als pedagogisch project

Vlak bij de Brusselse Ring in Anderlecht rees in 2016 een gebouw op dat niet alleen qua duurzaamheid, maar ook qua uitstraling en sociale impact uniek kan worden genoemd. Een school die niet alleen plaats biedt aan 750 kleuters en scholieren, maar ook fungeert als pleisterplaats voor sportclubs en verenigingen uit de buurt. De vier deels overlappende cirkels en een aansluitende sportzaal staan op naam van het Brusselse Árter Architects, onder leiding van Patrick Vonck, dat er de Batexprijs 2012 mee heeft binnengehaald. Jochen De Blay van Árter vertelt er meer over.

 

Bâtiment exemplaire

Jochen De Blay: “In 2008 schreef de gemeente Anderlecht een wedstrijd uit voor het ontwerp van een school met sportcomplex, zonder dat toen sprake was van passiefbouw. Toen we drie jaar later aan het project begonnen, lagen de kaarten anders en hebben we besloten toch voor een passiefschool te gaan. Het energieverbruik ligt bijzonder laag, met 8 kWh/m2/jaar voor de school en 12 voor de sportzaal. Dat is nog een stuk lager dan de bovengrens van 15 kWh die geldt voor passiefbouw.” Om aan de strenge normen van de Batexprocedure te voldoen, heeft Árter de handen in elkaar geslagen met zowel de gemeente als een gespecialiseerd studiebureau. Fouten waren immers geen optie: niet beantwoorden aan de Batexvoorwaarden, betekent geen premie en een streep door de rekening van de opdrachtgever. Het was dan ook belangrijk dat alles tot in de puntjes klopte.

 

Kindvriendelijke duurzaamheid

De opmerkelijke vorm van de school – vier met elkaar verbonden cirkels – dient meer dan alleen een esthetisch doel. Ten opzichte van vierkante gebouwen is er 20% minder geveloppervlakte voor een gelijke vloeroppervlakte. Japans onderzoek heeft bovendien uitgewezen dat in cirkelvormige gebouwen tot 20% meer bewogen wordt. Een ideaal uitgangspunt om de schoolgaande jeugd op de voeten te krijgen. De verschillende gebouwen, die samen zo’n 800m2 beslaan, zijn met elkaar verbonden. Zo is er niet alleen vlotte circulatie binnen elke cirkel, maar ook tussen de cirkels onderling, via de daken en verschillende passerelles. Én via glijbanen, die door de kinderen enthousiast worden benut. Jochen De Blay: “We hebben veel aandacht besteed aan beweging. Niet alleen wat betreft de circulatie, maar bijvoorbeeld ook op de speelplaatsen. Die bestaan uit verschillende zones, met bomen, zitbanken en speeltuigen. Rond de speeltuigen en zitbanken liggen rubbertegels, net als op de passages boven. Dat is niet alleen kindvriendelijk, maar ook weer duurzaam. De rubbermatten zijn gemaakt van gerecycleerde Nike-schoenen, die zo een tweede leven krijgen.” De rubbermatten passen inderdaad prima binnen de duurzaamheidsfilosofie van het project. Om als ‘bâtiment exemplaire’ of ‘voorbeeldgebouw’ te worden erkend, worden niet alleen energiewaarden, maar ook productieprocessen en afvalstromen in rekening gebracht. De rubbermatten zijn het perfecte voorbeeld van een product dat milieuvriendelijk is wat betreft productie, verwerking, gebruik en afbraak. Waar de oude sportschoenen anders zouden worden vernietigd, krijgen ze in dit geval een nieuw bestaan als vloerbedekking met een bijzonder lange levensduur.

 

Slim gebruik van materiaal

De cirkelvorm is niet het enige opmerkelijke aan dit gebouwencomplex. Ook de buiten- bekleding springt meteen in het oog. De verlijmde gevelplaten van Chameleon veranderen van kleur naargelang de positie van de toeschouwer. Wie ten volle van het effect wil genieten, kan het best een kijkje nemen rondom het gebouw. Van goudkleurig naar groen, geel en rood… Het effect doet een stevig kostenplaatje vermoeden. Onterecht, zo blijkt. Jochen De Blay: “Het materiaal is maar iets duurder dan gewone gevelsteen, en vooral: duurzaam, wat ook hier onze eerste bekommernis was. De productie ervan vraagt niet veel energie, het is licht en makkelijk te ver- werken en het heeft een lange levensduur.” De afwerking aan de binnenkant van het gebouw is, eveneens met het oog op ecologie en duurzaamheid, tot een minimum beperkt. De vloer en de wanden zijn van beton, pleisterwerk ontbreekt en zelfs verf is amper gebruikt. De achterliggende idee? Wat niet absoluut noodzakelijk is, kan wor- den vermeden. Wat wél nodig was in een gebouw vol vrolijke kinderstemmetjes, en wat dan ook op strategische plaatsen aanwezig is, zijn akoestische baffles. De verlichting in de klaslokalen gebeurt voor 80% met natuurlijk licht. Om dat te bereiken, is gewerkt met zorgvuldige en uitgebreide simulaties. Om oververhitting tegen te gaan is de hoeveelheid glas per vierkante meter enerzijds beperkt gehouden. Anderzijds was een minimale oppervlakte beglazing per m2 nodig om de vereiste hoeveelheid natuurlijk licht binnen te laten. De binnenverlichting wordt automatisch aangestuurd in functie van wat nodig is. Aan de zuidgerichte ramen is automatische zonwering geïnstalleerd.

 

Sociale lijm

Ook de sportzaal heeft het passiefcertificaat behaald, wat op zich al een bijzondere prestatie is. Als enige gebouw van het complex is de zaal niet cirkelvormig, een logische keuze gezien het plaatsverlies dat ermee gepaard zou gaan. De afmetingen en grondlijnen van de zaal voldoen aan de voorschriften voor sportinfrastructuur, zodat de zaal ’s avonds en in het weekend probleemloos kan worden gebruikt door allerlei sportverenigingen. Het is een voorbeeld van mixed use dat prima past in de totaalfilosofie van de school, waarvan de refter ook dienst kan doen als feestzaal.

Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de algemene uitstraling van het complex er één is van gastvrijheid, warmte, openheid en contact. De ingang van de school functioneert als aangename ontmoetingsplaats voor ouders, kinderen en buurtbewoners. Daarvoor zorgen de zitbankjes, het aanwezige groen, de fietsenparking en de aangepaste kiss-and-ride-zone. De al aanwezige moestuintjes rond het schoolgebouw doen niet alleen dienst als vrolijke pedagogische opfrisser, maar ook als sociale lijm voor de buurtbewoners. De tuintjes zijn behouden en hebben een natuurlijke uitloper gekregen in de groendaken waarmee het hele complex is bedekt. Zij staan meteen ook in voor een deel van de wateropvang. Overtollig water gaat naar regenwaterputten, vanwaar het wordt gebruikt voor toiletten en andere voorzieningen. Het dan nog resterende water wordt naar bekkens geloodst, zodat er geen water in de riolering terechtkomt.

 

Als de nood een deugd wordt

Een project van die omvang gaat niet onopgemerkt voorbij, en al zeker niet in een druk- bevolkte stedelijke omgeving als Anderlecht. Even bestond dan ook de vrees van de buurtbewoners dat de nieuwe school een negatieve impact zou hebben op de verkeersinfrastructuur. Het tegendeel bleek waar. Jochen De Blay: “In de praktijk blijkt die vrees ongegrond, om verschillende redenen. De gemeente heeft van de straat naast de school een eenrichtingsstraat gemaakt, wat al heel wat overlast vermijdt. Bovendien komen erg veel kinderen te voet naar school, met de fiets of met het openbaar vervoer. Heel wat kinderen wonen ook in de buurt, wat ons dan weer brengt bij de nood die er was aan een nieuwe school in die omgeving. Voor de meeste buurtbewoners lost de school dus veeleer een probleem op dan dat ze er een creëert. Dat de straat is heraangelegd en de infrastructuur is vernieuwd, beantwoordt ook aan een nood van bewoners zonder kinderen.” Kleuter- en basisschool Les Trèfles is inderdaad een antwoord op het nijpende scholen- tekort in Brussel en zijn randgemeenten. Vlak naast de school werkt Árter aan een crèche in dezelfde lijn als Les Trèfles, dat alweer een stukje van het probleem moet helpen oplossen. Een nabijgelegen nieuwe woonwijk met appartementen moet het plaatje compleet maken. Het doel van de gemeente Anderlecht was een zinvolle invulling te geven aan een braakliggend stuk terrein, en die missie lijkt met Les Trèfles en zijn omgeving in elk geval geslaagd.

 

Tekst: Sara Brouckaert

 

Árter Architects
Stoofstraat 30 – 1000 Brussel
t. 02 513 77 95
info@arter.be – www.arterarchitects.com